
43
NEDERLANDS
Kenmerken ontvanger
Bedieningspaneel.
LCD scherm.
Batterijvak.
Accessoire aansluitingen.
Hoofdtelefoon aansluiting.
Bedieningspaneel
ontvanger
Aan/uit toets: Schakelt het
apparaat aan en uit. Opent het
ontvanger menu.
ƒ toets: Selecteert de frequentie.
Sluit het submenu.
Op en neer pijlen: Past de sterkte
van het ontvangstsignaal aan.
Bladert door het optie menu.
Antenne toets: Schakelt tussen
piek en nul stand (alleen PL en
TL). Opent het submenu. Lang
indrukken om tussen diepte of
stroomrichting op het scherm te
schakelen.
Scherm symbolen
ontvanger
Geeft signaalsterkte en piek
markering weer.
Signaal sterkte: Numerieke
indicatie van signaal sterkte.
Piek pijlen: Geeft de plaats van de
geleider t.o.v. de ontvanger weer.
Batterij symbool: Geeft het batterij
niveau weer.
Volume symbool: Geeft het volume
niveau weer.
Foutzoek pijlen (FF) (alleen PL en
TL)
Radio stand: Geeft aan wanneer
de Radio stand geactiveerd is.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Stroom stand: Geeft aan wanneer
de Stroom stand geactiveerd is.
Accessoire symbool: Geeft aan
wanneer er een accessoire
aangekoppeld is.
A-Frame symbool: geeft aan
wanneer het A-Frame aangesloten
is.
Bedieningsstand symbool.
Nul / Piek / Enkele stand symbool:
geeft de antenne selectie weer
Sonde symbool: geeft aan dat
het signaal afkomstig is van een
sonde.
Geleider symbool: geeft aan dat
het signaal afkomstig is van een
geleider.
Stroomrichting/ diepte symbool.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
Comentarios a estos manuales